Ieder jaar krijgen we deze vraag weer te horen van aanstaande brugklassers, op zoek naar alle benodigdheden die op hun schoolspullen lijst staan. ‘Ik moet speciale potloden hebben, maar wat is een 2B potlood nu eigenlijk?’ Daarom hierbij eea kort maar krachtig overzichtelijk op een rij!
Een stift van een potlood bestaat altijd uit een deel grafiet en een deel klei. De hardheid van een potlood wordt bepaald door de samenstelling van deze 2 delen. Potloden met veel klei en weinig grafiet hebben een hogere hardheid dan potloden met weinig klei en veel grafiet.
Koh-i-noor-reeks potloden
Op de meeste potloden staan codes vermeld die de hardheid aangeven. HB is een gemiddeld kantoorpotlood. 9H is zeer hard (veel klei en weinig grafiet) en 9B is zeer zacht (veel grafiet en weinig klei). Hieronder zie je de zogeheten Koh-i-noor-reeks; het cijfer in de code geeft aan hoe hard of hoe zacht het potlood is. Eigenlijk is het heel simpel: hoe hoger het cijfer, hoe harder of zachter het potlood.
9H 8H 7H 6H 5H 4H 3H 2H H F HB B 2B 3B 4B 5B 6B 7B 8B 9B
zeer hard hard gemiddeld zacht zeer zacht
Wanneer gebruik je een B-potlood en wanneer juist een H-potlood?
Potloden met een hoge hardheids-graad (H) zijn uiterst geschikt voor zeer fijn tekenwerk, met dunne lijntjes zoals technisch tekenwerk. Architecten zijn bijvoorbeeld vaak fan van dit soort potloden. Scholieren gebruiken vaak een H-potlood tijdens hun wiskunde lessen; het tekenen van grafieken kan zo scherp en nauwkeurig gebeuren. De meer zachte B-potloden zijn vooral geliefd onder kunstenaars voor schetsen, bijvoorbeeld voor het maken van schaduwen en donkere plekken.